Man
en buitenlandse jongen, 8 jaar, ontmoeten elkaar aan het water en al snel is er
contact. Het jongetje ontpopt zich snel als een schootkind dat bij tij en ontij
aanbelt. Senior vermeldt dat hij het jongetje "bijna overal" streelt.
Twee maal echter gaat de man, zoals hij het schrijft, "even ietsjes
verder". Te ver dus. Hij merkt echter dat dit de jongen niet ontspant, maar gespannen
maakt. De man keert dus terug naar het "bijna overal".
Na zo'n maand of tien voelt de man een spanning bij de jongen, een
terughoudendheid. Hij wijt dit aan zichzelf, aan dat "even ietsjes
verder", het 'te ver' dus. Het blijkt echter daar niet aan te liggen. Het is de ouderwets
strenge, zelfs agressieve vader van de jongen. De man heeft nauwelijks echt of positief contact
met zijn zoontje. Hij verneemt van het contact en verbiedt het. Hij bedreigt de
man. Deze stopt dan het contact Ruim twee jaar later... weet
de jongen het contact te herstellen. "Mijn vader biedt zijn excuses
aan", zo zei hij. Er volgt een periode van voorzichtig en lichamelijk heel
beperkt hernieuwd contact. Dan blijkt dat die excuses van zijn vader een wens, smoes
of slim plan van de jongen waren en niet de werkelijkheid. Het contact wordt dan
weer afgebouwd, nu iets geleidelijker.
Er bleef een vriendelijke groet bij het elkaar tegenkomen in de stad,
later een beleefd of minzaam knikje tot in de tijd dat de man omhoog moest
kijken naar de jonge man in plaats van omlaag. |