Jongetje en man wonen in dezelfde straat. Met een vriendinnetje komt hij op bezoek en blijft komen. Het vriendinnetje trekt naar de huisdieren, de jongen naar de knutselspullen. De jongen ontpopt zich als een schootkind dat graag komt. Thuis is er voor hem niet veel te doen: ouders zijn vaak afwezig en zijn kamertje is kaal. Er groeit een vertrouwensrelatie. Op een gegeven moment zegt de jongen dat hij een probleem heeft: hij is besneden en hier zit hij mee. Hij vindt het lelijk zoals het er nu uitziet. En hoe moet dit later, met de meisjes? De man doet dan even de buitendeur dicht en vraagt of hij dan mag zien wat ervan geworden is. Zo geschiedt. Het geval wil dat de man ook besneden is. Hij vertelt dat dit zijn huwelijk juist gemakkelijker maakte, niet moeilijker. Zo bekijken en bevoelen ze elkaar. De man bemoedigt de jongen en zegt dat het er best mooi uitziet zo en geeft er een kusje op. Niet veel later komt de jongen minder. Naar blijkt, komt hij eigenlijk stiekem omdat zijn ouders niet meer willen dat hij komt. Maar ja, de ouders zijn toch vaak genoeg weg. De man vermindert dan toch zijn gastvrijheid tot een voor beiden aanvaardbaar minimum. Langzaamaan blijft de jongen weg. De man merkt dan dat de jongen over hem roddelt in de buurt. Juist hierover denkend, wat er aan te doen, verhuist het gezin en de jongen verdween uit het leven van de man... dacht hij. Dertien jaar later duikt de jongen, nu twintiger, ineens op met een aangifte. Daarin noemt hij de intimiteit en de gesloten buitendeur. Hij claimt ook een schadevergoeding wegens geleden psychische schade. Deze bestaat eruit dat hij zichzelf vies vindt en moeite heeft met sex. De rechter beoordeelt het contact echter niet als 'misbruik' maar als 'voorlichting'', dus geen wetsovertreding. De eis tot schadevergoeding wordt dan ook niet gehonoreerd. |