Waterratje heeft het thuis moeilijk. “Mijn vader slaat mij en mijn moeder snauwt mij.” (Tweede) Vader heeft een dubieus beroep in de drugswereld en hierop wordt zijn zoontje aangekeken. Onduidelijk blijft of de moeder (nog? of weer?) verslaafd is. Eerste vader was een dronkelap. Thuis zijn er veel ruzies. De kinderen worden vaak en langdurig bij opa ondergebracht. “Ze kunnen het niet, mijn vader en mijn moeder. Ze kunnen niet eens voor mij zorgen.” Hij
is een natuurkind; water is zijn element. In de natuur is hij zichzelf. Een
natuurkind in een voor hem te kunstmatige en ingewikkelde omgeving. Liefde op het eerste gezicht: in het zwembad ontmoet hij de man en een jongen. Deze jongen woont niet bij de man maar is er vaak, zo weet Waterratje al snel [*]. [* Die andere jongen is Bengeltje met zijn anijsmelk in de babyfles.] Hij zegt: “Jij houdt van die jongen en die jongen houdt van jou.” – Hoe weet je dit? Vraagt de man. “Dat zie ik.” Op dat moment begint een vier jaar durende vriendschap (9 t/m 13 jaar). De jongen geeft openlijk aan dat hij van de man houdt. "Mam, ik houd gewoon van hem!" De verjaardag van de
vriendschap wordt openlijk gevierd. Anderzijds wordt hij wel uitgescholden voor
“pedokindje”, maar daar trekt hij zich niets van aan. In die tijd kon dit
nog. Waterratje is al snel kind aan huis bij de man. Hij is er liever dan thuis. Hij logeert er ook met regelmaat. “Houd hem daar maar,” zegt de moeder dan, “tot de
school weer begint.” Waterratje
blijkt niet gemakkelijk te zijn in de omgang. Hij steelt geld, rookt stiekem op
gevaarlijke plekken en kan uren zoek zijn. Er komen meer kinderen bij de man en
dat botst nogal eens met hem. Het drukke Waterratje vindt het dan te druk. Het liefst is hij alleen
met de man samen. Op die momenten laat Waterratje zich ook zien als seksueel wezentje. Hij is absoluut niet preuts, maar in deze zaken juist heel open en spontaan. De seksuele ontwikkeling is op de voet, of zeg: op het oog, te volgen. Zo ontstaat er ook een seksueel aspect in de relatie. De jongen vraagt er eenvoudigweg om. Hij houdt van strelen en gestreeld worden, van (tong)zoenen en nog wel van meer. Hij wordt er rustig van. Als, jaren later, de politie er lucht van gekregen heeft en aanbelt om een
aangifte te bewerkstelligen, stuurt hij de agenten met barse woorden weg. Een periode is hij er niet. Hij is dan naar zijn eerste vader gestuurd, maar hij keert weer terug in het gezin van de tweede vader. Een tweede periode is hij bij een andere man. Als deze intimiteit met hem wil, keert hij terug: “Liever met jou.” Op het eind vindt hij weer een andere man en blijft daarna weg. |