ElsjeElsje, negen jaar, houdt veel van dieren. Als een man met zijn hond langskomt, loopt ze graag even mee. Elsje praat honderduit, de man luistert en begrijpt, oordeelt niet. Zo ontstaat verdiept contact. Na een poosje komt Elsje ook in het huis van de man en ontdekt dat daar nog heel wat meer dieren zijn. Het duurt niet lang of Elsje komt vrijwel dagelijks, naar de dieren, maar vooral ook veel vertellen. Elsje heeft kennelijk een gave om met dieren om te gaan. Ze voelt ze aan en krijgt de meest lastige diertjes tam. Je ziet ook dat de hond uit zichzelf naar haar toe komt. Elsje vertelt veel van wat haar bezig houdt, thuis, op school en in de kerk. Zij is een erg vitaal meisje dat het liefst in bomen klimt of op schuurdaken loopt. Zij lijdt er onder dat er 'nergens iets mag'. In haar verhalen hoor je dat de ouders, maar ook school en kerk, haar vitaliteit en haar emotionaliteit behoorlijk sterk indammen en daar voortdurend mee bezig zijn. Ze moet 'netjes zijn', alles moet altijd netjes. Thuis is er geen ruimte voor vitaliteit en emotionaliteit, zoals zelfs bij een kort bezoek direct te zien valt. Bij de man is er alle ruimte voor vitaliteit en beleving. En voor haar verhalen. Geen wonder dat ze er graag dagelijks even komt. Elsje is ook spontaan. Ze springt in de armen, geeft zoenen (geen natte, want dat is 'niet netjes') en knuffels, kruipt bij de man op schoot en vlijt zich tegen hem aan. Meisje noch man zijn bang voor een beetje bloot - soms komt ze 's morgens wel al erg vroeg. Ze zingt intussen de (religieuze) liedjes die ze op school geleerd heeft. Ook huilt ze om wat haar overkwam. Als de man haar zachtjes streelt, vloeit het verdriet weg en komt de vitaliteit tot rust; andere gevoelens en gedachten komen aan bod. Ze zit klem tussen haar eigen vitaliteit en de strenge eisen van haar ouders en ja, van God Zelf: wat zou Die nou allemaal goed of fout vinden? Elsje is klein en stevig gebouwd. Ze krijgt al heel jong borstjes en laat dit even bekommerd als onbekommerd zien: is dit niet veel te vroeg? Wat zeggen de kinderen op school daar wel niet van? Hoe gaan die jongens reageren? Wat moet ze daarmee? Wat gaat er gebeuren? Hoe moet dit? Hoe moet het met mij? Wil God dit dan? Wat vindt de man er dan van? Haar tiende verjaardag wordt bij de man gevierd met een hoop buurtkinderen. "Thuis vinden mijn ouders dat te druk", namelijk. Er gaat iets misEr gaat zo een jaar voorbij. Dan gaat er iets mis, buiten zicht en weten van de man, die dit pas later verneemt. Elsje blijft weg, mag niet meer komen. De man ontmoet de vader in de trein en vraagt er naar. Vader komt niet goed uit zijn woorden, maar noemt wel "seksualiteit... te vroeg" en vertelt erbij dat Elsje er verdriet van heeft.
Een nader gesprek bij de ouders thuis wordt afgesproken, in de trein praat dat ook niet gemakkelijk. Elsje blijkt dan na haar verjaardag door een van de jongens die ook wel bij de man komen, in de bosjes benaderd te zijn en daaraan toegegeven te hebben. Wat er precies gebeurd is, is nooit duidelijk gezegd, wel is duidelijk dat de ouders erg geschrokken zijn en hun dochter willen beveiligen tegen zulke knullen - en misschien ook wel tegen haar eigen impulsen.
God wist het wel, maar Elsje nu ookNa enige tijd echter zijn de ouders over de schrik heen en Elsje mag weer komen. "Zie je wel, God heeft mijn gebed verhoord!" reageert ze. Duidelijk is dat de vitaliteit en de emotionaliteit flink zijn ingeperkt in de afgelopen periode. Zij lijkt te kiezen voor de normen van haar ouders. Ze houdt meer afstand, Verhuizing, brieven, bezoekjes
Langzaam nemen de bezoekjes thuis af, naarmate Elsje in haar nieuwe woonbuurt ook mensen met dieren heeft gevonden en ze in het dierenasiel mag helpen en daar een vaste plek vindt. Fijn veel honden om haar heenEen paar jaar later komt Els op bezoek met haar vriend. Ze vertelt dat ze werkt op een hondenschool, waar men dus honden gehoorzaamheid leert en de bazen voordoet hoe ze met honden om moeten gaan. Er is ook een asiel en een hondenhotel, er wordt getrimd en geknipt, kortom: een en al honden om haar heen. Els is geknipt voor dit beroep! En met de dieren is ook haar vitaliteit niet meer verbannen maar om haar heen. |