Ze wonen ver van elkaar, zien elkaar maar weinig, maar mogen elkaar graag. Oom is rustig, heeft tijd, luistert goed en doet spellen. Als oom op bezoek komt slapen ze op een kamer in een stapelbed. Neef kroop dan bij zijn oom - beiden waren gewend bloot te slapen - en er werd gestreeld en gekriebeld, tot beider genoegen en onbevreesd, geen plekjes overslaand. Zo bereikte, eigenlijk wel tot beider schrik, neef zijn eerste zaadlozing in des ooms hand... Oom beleeft dit positief, als een soort wonder van menselijke intimiteit. Neef weet het nog niet zo. Ze bouwen gaandeweg wat meer afstand in. Neef gaat studeren, gaat werken, vestigt zich, trouwt en krijgt een kind. Alles lijkt pais & vree. Dan schrijft de neef een brief aan zijn oom waarin hij op het gebeurde, ongeveer 12 jaar geleden, terugkomt. Hij noemt erg positieve kwaliteiten op van de oom en van de relatie, maar zegt dat hij het voor het eerst klaarkomen op die manier niet heeft kunnen verwerken. Het was te vroeg en hij ging zichzelf vies vinden. Hij probeerde homoseksuele relaties met mannen uit, maar verwierp deze daarna weer. Nu viel het hem niet mee om te doen wat van een getrouwd man verwacht wordt en volgens zijn therapeut lag dit aan het gebeuren met de oom. Er volgt een briefwisseling met wat uitleg en beleving en excuses over en weer, tot de neef verklaart dat het zo wel goed is gekomen, al wil hij tot nader orde nog geen direct gesprekscontact. Op familiefeesten is er geen probleem zichtbaar of voelbaar. Ongeveer een jaar later belt neef de oom op: hij wil wel langskomen en praten. Nu, O.K., kom maar. Dan komt de aap uit de mouw: neef komt even vertellen dat hij aangifte zal doen en dat de afspraak daartoe al vastligt. Hij doet aangifte op advies van zijn therapeut en om nog een reden: hij wil dat de Staat zijn oom belet om nog langer met kinderen om te gaan. Want diens invloed is slecht, vindt hij: te vrij in dingen als seks en zo. Aldus geschiedt. De familie keurt zijn actie af. Wanneer de kwestie besproken wordt, zegt ieder eensgezind: "Dat joch is homo, dat hebben we toch allemaal gezien van kinds af aan. Wij accepteren hem allemaal, alleen hij accepteert het niet van zichzelf! Nu is de oom de kwade pier. Laat hij zichzelf eens accepteren zoals hij is!" In een familie hoor je de dingen toch: neef scheidde van zijn vrouw; deze 'kon niet meer met hem leven'. Neef ging alleen wonen en meldde vrij kort daarna aan de familie dat hij nu eindelijk de vriend van zijn leven had gevonden en dat hij met die man nu in liefde en gelukkig samenleeft... |